Collectie van het Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde
Scope and Contents
De collectie van het Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde bestrijkt het hele terrein van de medische wetenschap. De collectie bestaat uit ca. 5000 gedrukte werken waarvan ruim 2000 dateren van voor 1800. De collectie bevat een aantal topstukken zoals de eerste druk van Vesalius (1543) en twintig incunabelen.
Dates
- 1495-1874
- Majority of material found within 1601-1874
Creator
Language of Materials
Diverse talen, waaronder Nederlands, Frans, Duits, Engels, Grieks en Latijn
Conditions Governing Access
Voor raadpleging is een bezoekers- of lenerspas van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam vereist.
Conditions Governing Use
Bij raadpleging is het Reglement voor de gebruikers van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam van toepassing. Reproductie en reproductierechtvergoedingen conform de Tarieven en Diensten Universiteit van Amsterdam.
Het materiaal wordt alleen ter inzage gegeven.
Biographical / Historical
In 1751 werd het eerste Nederlandse genootschap opgericht: de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem. Daarmee kreeg ook in de Republiek de traditie van geleerde genootschappen voet aan de grond. Geleerden van naam werden uitgenodigd voor dergelijke genootschappen, er werden prijsvragen uitgeschreven, verhandelingen uitgegeven en vergaderingen gehouden. In de genootschappen speelden artsen een belangrijke rol: de redding van drenkelingen, het inenten met koepokken - het waren in de 18e eeuw belangrijke zaken.
Heel- en vroedmeesters waren maar zelden lid van dergelijke elitaire gezelschappen. Voor hen bestond geen universitaire opleiding en het Latijn beheersten zij over het algemeen niet. In het midden van de 18e eeuw werd onderscheid gemaakt tussen geneeskundigen en heelkundigen. Geneeskundigen waren aan de universiteit afgestudeerde artsen die zich vooral bezighielden met het voorschrijven van medicijnen. Heelkundigen of chirurgijns zijn de voorlopers van de hedendaagse chirurgen. Zij verrichtten de operaties zoals het verwijderen van abcessen en nierstenen. Voor chirurgen bestond geen academische opleiding. Men bekwaamde zich in de praktijk volgens het aloude gildesysteem: een leerling werd na verloop van jaren knecht en kon daarna eventueel meester worden. Het opleidingsniveau van de chirurgijns – de meesten verdienden hun geld als kappers – was de meer verlichte artsen en chirurgijns een doorn in het oog. Om die reden werd op 9 maart 1790, onder leiding van hoogleraar aan het Athenaeum Illustre Andreas Bonn (1738-1817), het Genootschap ter Bevordering der Heelkunde opgericht. Doel was, behalve het bevorderen van de onderlinge solidariteit, het verbeteren van de heelkunde.
Tegen het midden van de 19e eeuw begon het onderscheid tussen geneeskunde en heelkunde te vervagen en op 2 september 1840 werden geneeskundigen onder de leden opgenomen en werd de naam veranderd in Genootschap ter Bevordering van Genees- en Heelkunde.
De 19e eeuw is ook de eeuw van de opkomende invloed van de natuurwetenschappen op de geneeskunst en in 1870 werd dan ook bepaald dat natuurwetenschappers lid konden worden. De nieuwe naam van het genootschap werd Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde – de naam die het genootschap nog altijd draagt.
Tot 2000 kende het genootschap een aantal secties die elk een bepaald wetenschapsterrein bestreken. Die werden in dat jaar opgeheven om het interdisciplinaire karakter van het Genootschap beter tot zijn recht te laten komen. Het Genootschap heeft acht bijzonder hoogleraren voor de terreinen waarop het actief is.
Extent
ca. 5000 items
Abstract in Dutch
Het Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde werd in 1790 opgericht door de Amsterdamse hoogleraar in de anatomie Andreas Bonn met het doel het wetenschappelijk niveau van de heelmeesters te verhogen. In de loop van de 19e eeuw werden ook geneeskundigen en beoefenaren van de natuurwetenschappen toegelaten tot het lidmaatschap. De nadruk lag op het wetenschappelijke karakter van de medische wetenschappen. In 1855 werd de bibliotheek van het legaat van wijlen J. Monnikhoff aangekocht die de basis zou vormen voor de bibliotheek van het genootschap. Door aankoop en schenkingen groeide de collectie sterk. In 1877 werd de bibliotheek overgedragen aan de Universiteitsbibliotheek. De collectie heeft geen duidelijk eigen gezicht maar bevat wel een groot aantal belangrijke medische werken uit de 15e-19e eeuw.
Abstract in English
The Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde (Association for advancement of natural science, medicine and surgery) was founded in 1790 by Andreas Bonn, a professor of anatomy at the University of Amsterdam. His purpose was to raise the level of scientific knowledge of the surgeons. In the course of the nineteenth century general practitioners and practitioners of the natural sciences were admitted as well. The emphasis of the Association was on the scientific character of medicine. In 1855 the library of J. Monnikhoff, which was part of his legacy, was bought. This library was to become the core of the library of the association. By means of purchases and grants the collection increased extensively and was transferred to the University Library. Although the collection does not have a clear individual characteristic, it does contain a large number of medical publications from the 15th to the 19th century.
Physical Location
Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam
Other Finding Aids
- Catalogus der bibliotheek van het Genootschap ter bevordering der genees- en heelkunde te Amsterdam. Amsterdam, 1856.
- Catalogus van de Boekerij van het Genootschap ter bevordering der Natuur-, Genees- en Heelkunde te Amsterdam. Amsterdam, 1874. Het exemplaar in de Onderzoekzaal is doorschoten met aanvullingen in handschrift.
Custodial History
Tot 1855 verdiende de bibliotheek van het Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde nauwelijks die naam. In dat jaar werd echter voor 500 gulden de bibliotheek van het legaat van wijlen J. Monnikhoff aangekocht en werd de eerste catalogus vervaardigd, die in 1856 verscheen. Ook werd er een jaarlijks bedrag ter beschikking gesteld voor aanvullingen. De eerste catalogus telde twee 16e-eeuwse boeken, negen uit de 17e eeuw, 131 uit de 18e eeuw en circa 300 titels uit de 19e eeuw. In 1859 werd door het bestuur van het genootschap besloten de bibliotheek, die tot dan toe een slapend bestaan had geleid, sterk uit te breiden. De bibliotheek diende bestaansrecht te hebben naast de bibliotheken van de Akademie van Wetenschappen, het Medisch Leesmuseum, de bibliotheek van de Provinciale Geneeskundige Commissie en vooral de bibliotheek van de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. Door aankoop en door schenkingen – met name van dr. Hoyack en dr. Willet - groeide de collectie snel uit. Toen in 1874 een nieuwe catalogus verscheen telde de collectie 20 titels uit de 15e eeuw, 218 uit de 16e eeuw, 419 uit de 17e eeuw, ruim 1400 uit de 18e eeuw en bijna 3000 uit de 19e eeuw.
Immediate Source of Acquisition
Al in 1860 besloot het genootschap zijn bibliotheek in bruikleen te geven aan de bibliotheek van de nog op te richten Universiteit van Amsterdam. Dat gebeurde pas in 1877 en in dat jaar werd de bibliotheek geschonken aan de Universiteitsbibliotheek.
Appraisal
De bibliotheek diende in opzet werken te bevatten van de klassieke medische schrijvers, werken over de geschiedenis van de geneeskunde, de 'opera omnia' van medische schrijvers en werken die kenmerkend waren voor de stand van de wetenschap in het verleden. Het grootste deel bestond echter uit schenkingen van leden, waaronder enkele grote collecties: Mensert en Hoyack, Willet, Vrolik, Buchner, Texeira de Mattos, Israëls en Tilanus. Deselectie vond plaats in 1855 toen het bestuur de taak op zich nam 'om dezelve te rangschikken en van het overtollige en onbruikbare te zuiveren.' De collectie zelf werd na de verwerving door de UB niet meer aangevuld. Wel werden verwante medische collecties door schenking verworven, deels van bestuurders van het Genootschap: de collecties van Lehmann, Van Geuns en Heynsius alsmede belangrijke schenkingen van Tilanus en Wurfbain. In hoeverre en volgens welke criteria de collecties nadien zijn gedeselecteerd of 'ontdubbeld' is niet bekend.
De collectie geeft vooral een beeld van het soort medische werken dat in de 19e eeuw in de belangstelling van artsen-verzamelaars stond. De eigen publicaties en verhandelingen geven een goed beeld van de ontwikkeling van de genees- en heelkunde tot een wetenschap.
De collectie van het Genootschap staat mede aan de basis van de brede en uitgebreide medische collecties van de Universiteitsbibliotheek. Door de internationale oriëntatie vormt de collectie een aanvulling op die van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst die zich op medische publicaties van Nederlanders en in Nederland gedrukte publicaties richt.
Accruals
De collectie is compleet overgedragen; aanvullingen zijn niet te verwachten.
Separated Materials
Het archief van het genootschap bevindt zich bij het Stadsarchief Amsterdam.
Bibliography
- Spiegelbeeld der wetenschap. Het Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde. 1790-1990. Rotterdam, 1991. , , .
General
De gedrukte werken kunnen worden aangevraagd met behulp van de Catalogus van de Universiteit van Amsterdam.
Processing Information
De collectie is ontsloten in de Catalogus van de Universiteit van Amsterdam.
- Title
- Beschrijving van de collectie van het Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde (1495-1874)
- Author
- P. Dijstelberge
- Date
- 2011
- Description rules
- International Standard for Archival Description - General
- Language of description
- Dutch; Flemish
- Script of description
- Latin
- Language of description note
- Nederlands
Repository Details
Part of the Allard Pierson Repository
Oude Turfmarkt 127-129
Amsterdam 1012 GC Nederland