Scope and Contents
Het archief bestaat uit twee pakken en vijf delen. De stukken hebben alle betrekking op de onderzoeken van Verschaffelt naar de invloed van vergiften op planten. Zij stammen uit de periode 1911-1923. De delen zijn een soort dagboeken waarin de proeven en de resultaten daarvan beschreven staan. De twee pakken bevatten losse aantekeningen. Alle pakken en delen dragen een etiket met de tekst ‘Aanteekeningen van prof. dr. E. Verschaffelt (gevonden in zijn kamer na zijn dood)’.
Dates
- 1911-1923
Creator
Language of Materials
Nederlands
Conditions Governing Access
Het archief is toegankelijk voor onderzoek.
Conditions Governing Use
Bij raadpleging is het Reglement voor de gebruikers van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam van toepassing. Reproductie en reproductierechtvergoedingen conform de Tarieven en Diensten Universiteit van Amsterdam.
Het materiaal wordt alleen ter inzage gegeven.
Biographical / Historical
Eduardus Clementius Verschaffelt werd geboren op 15 oktober 1868 in Gent. Hij studeerde aan de universiteit van zijn geboortestad en promoveerde er in juli 1891 in de botanie. Sinds zijn kandidaatsexamen was hij leerling-assistent geweest op het botanisch laboratorium van professor Julius MacLeod, die in 1887 was benoemd. Aan de universiteit van Gent werd geen praktisch onderwijs in de botanie gegeven. MacLeod wilde een practicum opzetten en stuurde zijn leerling Verschaffelt daarom naar zijn Amsterdamse collega Hugo de Vries, met wie hij in 1885 kennis had gemaakt, om daar de kunst af te kijken. Verschaffelt verbleef in Amsterdam van eind 1891 tot begin januari 1892 en keerde terug naar Gent om naar Amsterdams model het practicum in te richten. Verschaffelt nam evenwel afscheid met de mededeling dat hij nog een keer terug zou komen om onderzoek te doen. In mei 1893 kwam hij in dienst bij de Universiteit van Amsterdam als assistent van De Vries. Na het emeritaat van C.A.J.A. Oudemans werd Verschaffelt in december 1896 benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de farmacognosie en fysiologie der planten. Zijn oratie, die hij hield op 11 januari 1897, droeg de titel Over de beteekenis van het aanpassingsvermogen voor het biologisch onderzoek. Op 17 oktober 1900 volgde zijn benoeming tot gewoon hoogleraar met ingang van 1 januari 1901. Na het emeritaat van De Vries in 1918 werd hij tevens directeur van de Hortus Botanicus. In 1915-1916 was hij rector-magnificus. Verschaffelt overleed plotseling op 26 juni 1923 in Amsterdam. Aanvankelijk hield Verschaffelt zich bezig met plantenfysiologisch onderzoek, zoals blijkt uit zijn eerste twee publicaties over transpiratie (1890) en het weerstandsvermogen van het protoplasma (1891). Vanaf zijn benoeming tot assistent van De Vries tot zijn benoeming als gewoon hoogleraar deed hij onderzoek naar de variabiliteit bij planten, het onderwerp waar De Vries in die periode ook aan werkte. Verschaffelt paste hierbij de mathematische methode toe, uitgaande van het werk van Adolphe Quetelet en Francis Galton dat hij via zijn leermeester MacLeod had leren kennen. Het is mogelijk dat hij De Vries enthousiast heeft gemaakt voor het werk van deze twee onderzoekers. Vanaf 1894 is in de publicaties van De Vries te zien dat ook hij de mathematische methode gebruikte, en dat met veel enthousiasme. Na 1900 wijdde Verschaffelt zich opnieuw aan de fysiologie. Hij hield zich toen vooral bezig met de ontkieming van zaden en de invloed van vergiften op dit proces, alsmede met andere levensverschijnselen, zoals uitwendige prikkels en weerstand tegen schadelijke invloeden. In zijn colleges, voornamelijk gevolgd door aankomende farmaceuten en artsen, behandelde Verschaffelt naast de beschrijvende farmacognosie ook de chemie der geneesmiddelen, technologie en warenkennis. Verschaffelts onderzoekswerk bracht de fysiologie, die door de onderzoeken van De Vries op het gebied van de variabiliteit, de evolutie en de genetica enigszins op de achtergrond was geraakt, weer terug in het laboratorium van de Amsterdamse Hortus. G.J. Stracke memoreerde in zijn in memoriam dat hij schreef voor het Vakblad voor Biologen Verschaffelts ‘vriendschappelijken persoonlijken omgang en zijn hartelijkheid’. Die manier van doen komt duidelijk naar voren in Simon Vestdijks roman De beker van de min, het tweede deel in de sterk autobiografische Anton Wachter-reeks. Vestdijk was rond 1920 eerstejaars student medicijnen aan de Universiteit van Amsterdam en liep college bij Verschaffelt, die hij in de roman opvoert als professor Verschaeve, ‘een Vlaming met accent en goudblonde baard, die plantenfysiologie doceerde’. Zijn colleges gaf Verschaeve ‘met een luchtige, gelukkige lach, heel langzaam in zijn betoog, als sprak hij tot de allerkleinsten’. Op het examen stelde Verschaeve aan Wachter ‘zulke schandelijk eenvoudige vragen, dat Anton de indruk kreeg, dat er nog een tweede vak plantenfysiologie bestond, voor kleuters’.
Extent
0,36 meter
Abstract in Dutch
Het archief van Eduard Verschaffelt, buitengewoon hoogleraar farmacognosie en fysiologie der planten aan de Universiteit van Amsterdam vanaf 1896 en directeur van de Hortus Botanicus van 1918 tot 1923, bestaat uit aantekeningen van zijn onderzoek naar de invloed van vergiften op planten.
Abstract in English
The archive of Eduard Verschaffelt, endowed Professor of Pharmacognosy and Plant Physiology at the University of Amsterdam from 1896 and director of the Hortus Botanicus from 1918 until 1923, consists of notes he made for his research into the action of poisons on plants.
Physical Location
Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam
Other Finding Aids
E.J.A. Zevenhuizen. De wereld van Hugo de Vries. De inventarissen van het archief van Hugo de Vries en van de andere archieven en collecties van de Bibliotheek Biologisch Centrum, Faculteit der Biologie, Universiteit van Amsterdam. Amsterdam, 1996. Hierin een bibliografie van Eduard Verschaffelt.
Immediate Source of Acquisition
De stukken moeten na Verschaffelts plotselinge overlijden in de bibliotheek van de Hortus Botanicus geplaatst zijn. In 1986 verhuisden de stukken met de Hortusbibliotheek mee naar het Biologisch Centrum Anna’s Hoeve in de Watergraafsmeer en bij het ontstaan van de Bibliotheek Bètawetenschappen in 2009 belandden de stukken in de Artis Bibliotheek. In 2019 werd het archief ondergebracht bij het Allard Pierson.
Accruals
Er worden geen aanvullingen verwacht.
Bibliography
- P. van Oye, ‘Hugo de Vries, Julius MacLeod en Edward Verschaffelt. Vriendschap en wederkerige invloed’, Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, klasse der Wetenschappen 23 (1961), no. 9, 3-23
- G.J. Stracke, ‘In memoriam prof. Verschaffelt’, Vakblad voor biologen 4 (1923) 177-178
- J.S. Theissen, ‘Levensberichten van professoren en lectoren’, in: H. Brugmans, J.H. Scholte en Ph. Kleintjes, Gedenkboek van het Athenaeum en de Universiteit van Amsterdam (Amsterdam 1932) 273, 698
- Simon Vestdijk, De beker van de min. De geschiedenis van een eerstejaars (Den Haag en Rotterdam 1978 (5de druk) (oorspronkelijke uitgave: 1957)) 33-34, 262
Processing Information
De collectie is na de verhuizing van de Hortusbibliotheek naar het Biologisch Centrum Anna’s Hoeve in 1996 ontsloten met een inventaris. Van het aangetroffen materiaal is niets vernietigd. Of er nog materiaal op andere plaatsen aanwezig is, is niet onderzocht.
Source
- Hortus Botanicus (Amsterdam, Netherlands) (Organization)
- Title
- Inventaris van het archief van Eduard Verschaffelt, 1911-1923
- Author
- E.J.A. Zevenhuizen
- Date
- 2021
- Description rules
- Describing Archives: A Content Standard
- Language of description
- Dutch; Flemish
- Script of description
- Latin
- Language of description note
- Nederlands
- Edition statement
- Eerste versie in druk 1996, tweede versie online 2021
Repository Details
Part of the Allard Pierson Repository
Oude Turfmarkt 127-129
Amsterdam 1012 GC Nederland