Skip to main content

Archief van het studentengezelschap I.A.A.A.A.

 Fonds
Identifier: UBA671

Scope and Contents

Het studentengezelschap Ingenium Acuunt Artes Amicitiam Alunt (I.A.A.A.A. of ook wel I.A.) werd in 1802 opgericht door negen studenten die letterkunde of geschiedenis studeerden. Het archief bestaat voor het grootste deel uit notulen, wetten en theses. Het voornaamste doel van het gezelschap was het opponeren tegen en defenderen van Latijnsche theses, die over literaire, kritische, historische en filosofische onderwerpen moesten gaan.

Dates

  • 1802-1846

Creator

Language of Materials

Nederlands

Conditions Governing Access

De collectie is toegankelijk voor onderzoek.

Conditions Governing Use

Bij raadpleging is het Reglement voor de gebruikers van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam van toepassing. Reproductie en reproductierechtvergoedingen conform de Tarieven en Diensten Universiteit van Amsterdam

Het materiaal wordt uitsluitend ter inzage gegeven.

Biographical / Historical

In 1802 stichtten negen studenten een gezelschap, waar men zich speciaal op de studie van de letterkunde en geschiedenis zou toeleggen. Het gezelschap kreeg de naam "Ingenium Accunt Artes Amicitiam Alunt", kortweg I.A.A.A.A. en ook I.A. Daar de oudste wet, die in de Geschiedenis van het Amsterdamsch Studentenleven nog aangehaald wordt, niet meer aanwezig is, moet onze kennis omtrent de werkzaamheden uit de oudst bewaarde wet, die van 1821, komen. De werkzaamheden bestonden uit het opponeren tegen en defenderen van Latijnse theses, welke moesten handelen over literaire, kritische, historische en filosofische onderwerpen. Oorspronkelijk moest de fiscaal zorg dragen dat het dispuut ad rem bleef. Tussen de jaren 1821 en 1826 stelde men in, dat dit voortaan elke keer door een ander, de moderator, moest gebeuren. Verder moest er voor elke vergadering een explicatie van een klassieke schrijver en een scriptie of opstel ingeleverd worden, waar dan later een oppositie en defensie op volgde.

Er werd geïmproviseerd en gedeclameerd en tenslotte een Griekse of Latijnse schrijver gelezen, waarvoor elke keer een bepaalde opgelegde taak opgegeven werd. Naast deze werkzaamheden, die regelmatig op de wekelijkse vergaderingen plaats vonden, moest ieder lid een maal per jaar een verhandeling voorlezen.

Het gezelschap mocht uit maximaal negen leden bestaan, die niet bij een ander literair dispuut aangesloten mochten zijn. Wel konden ze tot een juridisch of theologisch gezelschap behoren. Aan de bepaling die de leden verbood tot een ander literair gezelschap toe te treden, werd strikt de hand gehouden. Om de concurrentie bij het fleuren der novieten en de daarmee gepaard gaande moeilijkheden te omzeilen, bedacht men in 1820 een systeem van loting, waarbij alle gezelschappen gelijke kansen hadden.

Men moest minstens een jaar lid zijn om tot honorair gekozen te kunnen worden. Na drie jaar werd men ipso facto honorair. Het bestuur bestond uit een secretaris en een fiscaal of penningmeester. Deze laatste behandelde voornamelijk de financiën, maar had bovendien een taak te vervullen bij de regeling der werkzaamheden. Een vaste praeses was er niet, bij elke vergadering presideerde een ander.

In 1807 werd Musis Studiis Que Dicatum opgericht en in 1817 Industria et Concordia. Beide disputen waren nagenoeg gelijk aan I.A.A.A.A. Deze beide disputen fuseerden in 1838 tot Musis et Concordiae. In 1846 werd er nogmaals gefuseerd en M.E.C. en I.A.A.A.A. werden A.M.I.C.A.

Extent

1,8 meter

Abstract in Dutch

Het studentengezelschap Ingenium Acuunt Artes Amicitiam Alunt (I.A.A.A.A. of ook wel I.A.) werd in 1802 opgericht door negen studenten die letterkunde of geschiedenis studeerden. Het archief bestaat voor het grootste deel uit notulen, wetten en theses. Het voornaamste doel van het gezelschap was het opponeren tegen en defenderen van Latijnsche theses, die over literaire, kritische, historische en filosofische onderwerpen moesten gaan.

Abstract in English

The student society Ingenium Acuunt Artes Amicitiam Alunt (I.A.A.A. or also I.A.) was founded in 1802 by nine students, studying literature or history. The archive consists mainly of minutes, laws and theses. The main purpose of the society was to oppose and defend Latin theses about literary, critical, historical and philosophical subjects.

Physical Location

Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam

Custodial History

De archieven van I.A.A.A., M.S.Q.D., I.E.C.en M.E.C. werden in 1846 ondergebracht bij Acuunt Musae Ingenium Concordium Alunt (A.M.I.C.A.) waar zij, volgens de inventaris van 1861, nog zeer volledig aanwezig waren. Bij de opheffing van A.M.I.C.A. werden de archieven aan het Amsterdams Studenten Corps overgedragen. Spoedig daarna werden zij aan de Stadsbibliotheek geschonken. In mei 1928 werden de archieven door de Universiteitsbibliotheek in bruikleen gegeven aan de Historische Verzameling van de Universiteit van Amsterdam. Sedert de inventaris van 1861 was er heel veel verloren gegaan. Van de archieven van M.S.Q.D., I.E.C en M.E.C., die blijkens hun wetten tijdens hun bestaan voor een bijzonder nauwgezette bewaring zorg hadden gedragen, zijn nog slechts povere resten bewaard gebleven. Met de archieven van I.A.A.A. en A.M.I.C.A. is het iets beter gesteld, maar ook deze missen veren uit hun staart. Voor zover valt op te maken de op de archiefstukken aangebrachte nummers en jaartallen en uit een enkele bewaard gebleven archieflijst, bestond hier ook dezelfde jaarsgewijze ordening als bij het in 1818 opgerichte ontgroensenaat Ne Praeter Modum (N.P.M.), met dien verstande dat de notulen er waarschijnlijk buiten vielen. Wegens de onvolledigheid van de archieven zou een herstel van deze ordening heel weinig zin hebben. Bij de enkele stukken van de kleinere archieven is van een ordening feitelijk in het geheel geen sprake.

Immediate Source of Acquisition

Bij de opheffing van A.M.I.C.A. werden de archieven aan het Amsterdams Studenten Corps overgedragen. Spoedig daarna werden zij aan de Stadsbibliotheek geschonken. In mei 1928 werden de archieven door de Universiteitsbibliotheek in bruikleen gegeven aan de Historische Verzameling van de Universiteit van Amsterdam.

Accruals

Er worden geen aanvullingen verwacht.

Related Materials

Het Allard Pierson beheert ook de archieven van de studentengezelschappen M.E.C. en A.M.I.C.A.

Bibliography

  • Geschiedenis van het Amsterdamsch Studentenleven. Amsterdam. 1932
  • E.J. Potgieter. Het leven van Bakhuizen van den Brink. Amsterdam, 1870

Processing Information

Van het archief is een inventaris gemaakt.

Title
Inventaris van het archief van het studentengezelschap I.A.A.A.A., 1802-1846
Author
Marleen Christensen-Michel
Date
2020
Description rules
Describing Archives: A Content Standard
Language of description
Dutch; Flemish
Script of description
Latin
Language of description note
Nederlands

Repository Details

Part of the Allard Pierson Repository

Contact:
Oude Turfmarkt 127-129
Amsterdam 1012 GC Nederland