Skip to main content

Archief van Eli Heimans

 Fonds
Identifier: UBA533

Scope and Contents

Naast enkele persoonlijke stukken, waaronder een omslag met brieven, bevat het archief voornamelijk tekeningen en stukken met betrekking tot publicaties en lezingen.

Dates

  • 1853-1915
  • Majority of material found within 1861-1914

Creator

Language of Materials

Nederlands en Duits

Conditions Governing Access

Voor raadpleging is een bezoekers- of lenerspas van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam vereist.

Conditions Governing Use

Bij raadpleging is het Reglement voor de gebruikers van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam van toepassing. Reproductie en reproductierechtvergoedingen conform de Tarieven en Diensten Universiteit van Amsterdam.

Het materiaal wordt alleen ter inzage gegeven.

Biographical / Historical

Eli Heimans werd in 1861 in Zwolle geboren en woonde daar tot in 1882. Als kind raakte hij gefascineerd door de natuur om hem heen. Urenlang zwierf hij rond in de landelijke omgeving.

Met avondschool, zelfstudie en door te werken als kwekeling wist Heimans in de jaren 1879-1882 de akten wiskunde, hulponderwijzer, Frans en hoofdonderwijzer voor het lager onderwijs te behalen. Later haalde hij tevens de akten Engels, Duits en Vrij-en-Orde-oefeningen. Vanaf 1882 tot zijn dood werkte hij op verscheidene lagere scholen in Amsterdam, vanaf 1893 als schoolhoofd. In 1912-1913 was hij vier uur per week ook leraar plant- en dierkunde aan de Openbare Handelsschool in Amsterdam.

Heimans probeerde zijn liefde voor de natuur over te brengen op zijn leerlingen, waarvan velen nauwelijks enige natuurkennis bleken te bezitten. Hij besteedde veel aandacht aan de lessen plant- en dierkunde, maar omdat zelf waarnemen en beleven bij hem vóór boekenkennis kwam, zette hij bovendien planten, terraria en aquaria in de klas en maakte hij met zijn leerlingen wandelingen naar een park en de nog onbebouwde randen van de stad. Dat alles was op dat moment uitzonderlijk in het lager onderwijs. Juist op dat moment begonnen in Nederland ideeën door te dringen van buitenlandse pedagogen die de waarde van aanschouwelijk onderwijs en het belang van zintuigelijke waarneming benadrukten. Heimans omarmde die ideeën vanzelfsprekend meteen. Om zijn collega's in den lande aan te sporen zijn werkwijze te volgen publiceerde hij in 1893 het boekje De levende natuur. Handleiding bij het onderwijs in de kennis van planten en dieren op de lagere school, in het bijzonder voor groote steden. Aan de hand van de flora en fauna in het Amsterdamse Sarphatipark legde Heimans uit hoe de onderwijzer te werk kon gaan 'den kinderen belangstelling en eerbied in te boezemen voor al wat de planten- en dierenwereld op te merken geeft; hen wakker te maken voor de natuur, zóó, dat na het verlaten der school de verworven kennis hen steeds genoegen doet vinden in het opsporen en nagaan der natuurvoorwerpen en de natuur hun een bron van goedkoop genot wordt'. Als voorbeeld diende een Duits boekje over een dorpsvijver als levensgemeenschap.

Een van degenen die door het boekje werden aangesproken was Jac. P. Thijsse (1865-1945), eveneens onderwijzer op een Amsterdamse lagere school. Ook hij was van kinds af aan gefascineerd geweest door de Nederlandse natuur en net als Heimans had hij geprobeerd zijn enthousiasme op zijn leerlingen over te brengen. Tijdens een lezing in dat zelfde jaar 1893 ontmoetten de twee elkaar. Ze bleken bij elkaar in de buurt te wonen en liepen elkaar de volgende maanden regelmatig tegen het lijf. Op een keer vroeg Thijsse wanneer Heimans een boekje zou maken over een 'echte' levensgemeenschap, in plaats van het kunstmatige Sarphatipark. Op Heimans' voorstel dat samen te schrijven ging Thijsse meteen in. Geleidelijk kreeg het project een ambitieuzere vorm. Niet één, maar een reeks boekjes moest er komen, handelend over verschillende levensgemeenschappen die in de alledaagse, landelijke omgeving van steden en dorpen gemakkelijk te vinden zijn. Bovendien moesten de boekjes niet zozeer gericht zijn op de onderwijzers maar op de leerlingen zelf, met name de jeugd van ongeveer 12 tot 15 jaar. Elk boekje moest als een wandeling zijn: de lezer werd meegenomen naar buiten en op een eenvoudige, spontane en levendige manier werd beschreven wat er allemaal te zien en te beleven viel. Het eerste boekje was meteen een succes: het kreeg goede kritieken, werd goed verkocht en veel gelezen.

Toen het tweede boekje net zo succesvol was en de auteurs steeds meer vragen van lezers toegestuurd kregen, besloten Heimans en Thijsse een tijdschrift te starten: De levende natuur. Het kon als communicatiemiddel gaan dienen voor de groeiende groep natuurliefhebbers, en bovendien konden de beide onderwijzers zo meer en vaker naar buiten treden. Een andere Amsterdamse onderwijzer, J. Jaspers, werd als derde redacteur aangezocht. Het tijdschrift sloeg snel aan: na drie maanden waren er bijna duizend abonnees. De volgende, logische stap was de natuurliefhebbers ook fysiek bijeen te brengen: in 1901 werd de Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging (de huidige KNNV) opgericht, met Heimans en Thijsse in het bestuur. Het plan van de gemeente Amsterdam om het Naardermeer aan te kopen als stortplaats voor huisvuil leidde tot weer de volgende stap. Heimans en Thijsse kenden het meer als rijk natuurgebied. Vooral Thijsse ventileerde luid zijn ongenoegen over het voornemen. Een door de NNV belegde bijeenkomst van zeventien organisaties om de mogelijkheden voor behoud van het Naardermeer te bespreken, leidde in 1905 tot de oprichting van een nieuwe organisatie: de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. Thijsse werd secretaris van de vereniging; Heimans kreeg geen bestuursfunctie.

Dat Thijsse wel en Heimans niet actief werd in Natuurmonumenten kan als typerend worden beschouwd voor de verhouding die er inmiddels tussen hen was ontstaan. In 1901 was hun negende gemeenschappelijke publicatie verschenen. De twee waren daarna samen blijven werken voor het verzorgen van herdrukken en voor de redactie van De levende natuur, maar gemeenschappelijke publicaties waren er niet meer geweest. Ze publiceerden nu afzonderlijk van elkaar. Zo schreef Thijsse wekelijks een stukje voor het Algemeen Handelsblad en Heimans voor De Groene Amsterdammer. Dat Thijsse naar Bloemendaal was verhuisd en het persoonlijk contact daardoor minder gemakkelijk was, heeft in deze ontwikkeling zeker een rol gespeeld. Belangrijker was dat hun beider belangstelling uit elkaar was gaan lopen. Heimans had steeds meer interesse voor de natuur in het oosten en zuiden van het land gekregen, Thijsse voor de natuur van het duingebied en Texel. Heimans had steeds meer interesse voor geologie gekregen, Thijsse voor vogels. Daarnaast waren er maatschappelijke verschillen ontstaan. Heimans' onderwijscarrière bleef steken bij het hoofdmeesterschap van een school voor lager onderwijs van de derde klasse (de op één na hoogste kwaliteitsklasse). Thijsse was in 1902 leraar aan de kweekschool geworden, wat hem meer status gaf. Door dat laatste, gecombineerd met zijn spontane en pragmatische karakter, als tegengesteld aan het meer bescheiden en studieuze karakter van Heimans, kon hij gemakkelijk omgaan met de wetenschappers, (adellijke) grootgrondbezitters en notabelen die in de natuurbeschermingsbeweging een belangrijke rol speelden. Mogelijk vormde ook Heimans' joodse afkomst een belemmering.

In een brochure uit 1911 toonde Heimans zich teleurgesteld over het bereikte resultaat van zijn werk. De natuurstudie was voornamelijk aangeslagen bij kinderen uit de midden- en hogere klassen. Kinderen uit de lagere sociale klassen bleven als voorheen vrijwel verstoken van contact met de natuur. Onder onderwijzers bleek het vak 'kennis der natuur' slechts bij een kleine groep populair te zijn. Niettemin ging Heimans onverdroten verder met publiceren, het geven van lezingen en het maken van ontdekkingstochten. Het drukke bestaan deed zijn gezondheid geen goed. Tijdens een geologische excursie in het Duitse Gerolstein in juli 1914 overleed hij als gevolg van een hartstilstand.

Extent

0.25 meter

Abstract in Dutch

Eli Heimans (1861-1914) was een Amsterdamse onderwijzer die rond 1900, samen met Jac. P. Thijsse en andere collega's, in de lessen op de scholen waar hij werkte, via boeken, met artikelen in kranten en tijdschriften en met het tijdschrift De levende natuur een groot (en nadrukkelijk jong) publiek wilde informeren over en enthousiasmeren voor de wilde natuur in Nederland. Zijn werk had succes: de publicaties werden goed gelezen, overal in Nederland trokken (jonge) natuurliefhebbers het veld in en organiseerden zij zich, en bij de verschillende overheden werd aandacht voor de natuur vertaald in beleid. De inspanningen van Heimans en zijn collega's kunnen beschouwd worden als de aanzet tot de huidige georganiseerde en gereguleerde natuurstudie, -educatie en -bescherming in Nederland. Aangezien het archief beperkt is van omvang en verre van volledig, geeft het slechts weinig informatie over Heimans' leven en werk. Maar juist omdat dit het weinige is dat van Heimans' archief bewaard is gebleven, is het bijzonder waardevol.

Abstract in English

Eli Heimans (1861-1914) was a primary school teacher in Amsterdam who around 1900, with the help of Jac. P. Thijsse and other colleagues, tried to raise interest for the indiginous Dutch nature among a broad (and notably young) audience with his teaching, books, articles in magazines and newspapers and the journal De levende natuur (The living nature). He was quite successful: the publications were well read, all over the country (young) people went out to study and enjoy nature, nature enthousiasts flocked together in organisations, and government administrations at different levels incorporated the protection of nature in their policy. The work of Heimans c.s. can be considered as the start of today's organized and formalized study, education and protection of nature in the Netherlands. As this is only a small archive and far from complete, it provides little information about Heimans' life and work. But in its limitations lies its value: this is all that remains of Heimans' archive that must have been very extensive.

Physical Location

Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam

Custodial History

Het archief werd door Eli Heimans tijdens zijn leven gevormd en beheerd. Na zijn dood werd het beheerd door zijn weduwe en vervolgens zijn kinderen. Doordat Heimans' weduwe en kinderen tijdens de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd naar kampen in Nederland en Duitsland en uiteindelijk naar Zwitserland mochten vertrekken, zijn zij veel van hun persoonlijke bezit, waaronder archiefmateriaal, kwijtgeraakt. Het materiaal dat nu het archief vormt is door nakomelingen van Heimans geschonken aan de Heimans en Thijsse Bibliotheek en Archief, sedert 1993 Heimans en Thijsse Stichting.

Immediate Source of Acquisition

In 2014 kwamen de Heimans en Thijsse Stichting en de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam met elkaar overeen dat de stichting al het erfgoedmateriaal in haar bezit of beheer in bruikleen zou overdragen aan de Bijzondere Collecties. Tot dit materiaal behoort ook het archief van Heimans.

Appraisal

Eli Heimans was een van de meest prominente natuurpropagandisten en natuurbeschermers van zijn tijd. Aangezien het archief beperkt is van omvang en verre van volledig is, geeft het slechts weinig informatie over zijn leven en werk. Maar juist omdat dit het weinige is dat van Heimans' archief bewaard is gebleven, is het bijzonder waardevol.

Accruals

Er worden geen aanvullingen verwacht.

Related Materials

De Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam beheren ook het archief en de collectie van de Heimans en Thijsse Stichting, alsmede de archieven van Jac. P. Thijsse en H.P. Gorter .

Bibliography

  • Fop. I. Brouwer. Leven en werken van E. Heimans en de opbloei der natuurstudie in Nederland in het begin van de twintigste eeuw. Groningen, 1958.
  • Marga Coesèl. Zinkviooltjes en zoetwaterwieren. J. Heimans (1889-1978). Natuurstudie en natuurbescherming in Nederland. Hilversum, 1993.
  • Klaas van Berkel. Citaten uit het boek der natuur. Opstellen over Nederlandse wetenschapsgeschiedenis. Amsterdam, 1998, p. 265-295.
  • Marga Coesèl. Eli Heimans. Uit de schaduw van Jac. P. Thijsse. Amsterdam, 2014.

General

Stukken kunnen online worden aangevraagd bij de collectiebeheerder.

Processing Information

Het archief is in 2015 geïnventariseerd. Al het metalen bindmateriaal is verwijderd. De stukken zijn verpakt in zuurvrije omslagen en archiefdozen.

Title
Inventaris van het archief van Eli Heimans (1853-1915)
Author
Erik Zevenhuizen en A. van der Meer
Date
2015
Description rules
International Standard for Archival Description - General
Language of description
Dutch; Flemish
Script of description
Latin
Language of description note
Nederlands

Repository Details

Part of the Allard Pierson Repository

Contact:
Oude Turfmarkt 127-129
Amsterdam 1012 GC Nederland