Skip to main content

Bibliotheek van het Begijnhof Amsterdam

 Collection
Identifier: UBA65

Scope and Contents

De bibliotheek van het Begijnhof is opgebouwd uit handschriften (waaronder getijdenboeken, brieven, gezangen en preken), circa 1500 oude drukken, circa 1300 moderne drukken, vele krantenartikelen, brochures en platen. Op een enkele uitzondering na hebben zij een aan de theologie gelieerd onderwerp.

Het Mirakel van Amsterdam, de geschiedenis van het Begijnhof en de geschiedenis van de Amsterdamse katholieken zijn sterk vertegenwoordigd in de bibliotheek. Een voorbeeld van een belangrijke oude druk over het Mirakel van Amsterdam is de Succincta enarratio miraculorum uit circa 1565. Ook De bijbelsche geschiedenis, geïllustreerd door Gustave Doré, die in 1888 door B.H. Klönne werd aangeboden aan Maria Siegers ter gelegenheid van haar zilveren en koperen jubileum als begijn respectievelijk moeder-overste, dient hier genoemd te worden.

Voorts zijn er diverse interessante boeken over (Amsterdamse) kerkmuziek in de bibliotheek te vinden, zoals de Cantuale iuxta usum insignis ecclesiae Amstelredamensis, in 1561 in opdracht gedrukt te Leuven.

Aan pastoor Steins Bisschop danken we tien banden met pamfletten met betrekking tot het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 en de daaruit ontstane storm van verontwaardiging onder de protestanten, de April-beweging.

Dates

  • ca. 1480-ca. 1980
  • Majority of material found within ca. 1640-ca. 1900

Creator

Language of Materials

Nederlands, Latijn, Frans en Duits

Conditions Governing Access

Voor raadpleging is een bezoekers- of lenerspas van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam vereist.

Conditions Governing Use

Bij raadpleging is het Reglement voor de gebruikers van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam van toepassing. Reproductie en reproductierechtvergoedingen conform de Tarieven en Diensten Universiteit van Amsterdam.

Het materiaal wordt alleen ter inzage gegeven.

Biographical / Historical

Het Begijnhof is een van de oudste stichtingen van Amsterdam. Haar geschiedenis gaat terug tot 1346, toen het Begijnhof aan de toenmalige buitenrand van de stad gesticht werd. Door de eeuwen heen heeft het Begijnhof roerige perioden gekend. Zo is er door een tweetal branden in 1421 en 1452 niets meer over van het alleroudste Begijnhof, dat in de 14e eeuw al meermalen uitgebreid was. De huizen die nu nog te zien zijn, dateren merendeels uit de 17e eeuw.

Tijdens de Beeldenstorm fungeerde het Begijnhof als schuilplaats voor de archieven en kunstvoorwerpen van de katholieke kerken in haar omgeving. Toen met de Alteratie in 1578 de kloosters aan de stad Amsterdam vervielen, bleef het Amsterdamse Begijnhof in de oorspronkelijke staat behouden; dit in tegenstelling tot andere steden waar de begijnhoven verdwenen zijn. Wel werd de kerk gesloten en in 1607 aan de English Reformed Church toegewezen. Tegenover de kerk werd daarom een schuilkerk voor de begijnen gebouwd in twee naast elkaar gelegen woonhuizen.

In de loop van de 17e eeuw heeft het Begijnhof zich ontwikkeld tot het centrum van de katholieke cultuur in Amsterdam. Leonard Marius (1629-1652), de toenmalige rector van het Begijnhof, was hiervoor in grote mate verantwoordelijk. Hij stond ook aan de basis van de bibliotheek van het Begijnhof. Van zijn bibliotheek, in de achterkamer van zijn woonhuis, een van de lage huisjes aan de noordkant van de Begijnensteeg, is niets bewaard gebleven; zijn boeken zijn na zijn dood door zijn erfgenamen verkocht. Van Marius' geschriften is het in 1639 te Antwerpen anoniem verschenen en vele malen herdrukte Amstelredams eer ende opcomen het meest bekend.

De huidige bibliotheek van het Begijnhof werd gesticht door David van der Mye, bouwmeester van de Begijnhofkerk die begin 1672 klaar was. Van der Mye werd geboren te Amsterdam in 1633 als jongste zoon van de oorspronkelijk uit Delft afkomstige lakenhandelaar Jan van der Mye en Machtelt Spiegels. Na zijn rechtenstudie in Leuven, waar hij in 1653 promoveerde, begon Van der Mye een advocatenpraktijk in Den Haag. Het verlangen om priester te worden was echter groter. Van der Mye ging weer naar Leuven, deze keer om theologie te studeren. In 1665 werd hij als pastoor van het Begijnhof aangesteld. Dit bleef hij tot zijn dood in 1700.

Toevoegingen aan de bibliotheek uit latere tijden waren afkomstig van diverse pastoors, zoals Simon Coetenburgh en Nicolaas Joannes Antonius Steins Bisschop. Simon Coetenburgh was de zoon van Jan Coetenburgh, regent van het Sint Pietersgasthuis, en Cornelia Hannema. Voordat hij als pastoor van het Begijnhof werd aangesteld, was hij onder andere kapelaan in Assendelft en pastoor te Purmerend. Hij was al twintig jaar priester voordat hij als pastoor van het Begijnhof werd benoemd. Coetenburgh overleed in 1712.

N.J.A. Steins Bisschop werd in 1802 te Amsterdam geboren en overleed op 8 april 1861. Vanaf 1824 was hij actief als kapelaan op het Begijnhof. Vanaf 1834 was hij pastoor in Zwaag. In 1840 kwam Steins Bisschop op het Begijnhof terug, ditmaal als pastoor. Dit bleef hij tot 1857. Op 1 januari 1857 werd hij pastoor van de Sint-Catharinakerk in Amsterdam voor de duur van een jaar. Daarna vertrok hij naar de Sint-Josephkerk te Haarlem, waar hij deken werd. In deze hoedanigheid overleed hij op 8 april 1861.

In de 18e en 19e eeuw had het Begijnhof zijn rol als katholiek cultuurcentrum langzaam moeten prijsgeven. Bernardus Henricus Klönne wilde hier verandering in brengen. Klönne werd op 20 februari 1834 in Amsterdam geboren. In 1859 werd hij in Haarlem tot priester gewijd. Daarna was hij tot 1861 kapelaan in Haarlem, waarna hij leraar werd aan het Seminarium Hageveld in Voorhout tot 1870. In 1870 werd hij rector van het Sint Bernardus Gesticht in Amsterdam en gelijktijdig was hij van 1872-1882 hoofdredacteur van het rooms-katholieke dagblad De Tijd. Uiteindelijk werd hij in 1883 benoemd tot rector van het Begijnhof. In deze functie heeft hij veel voor het Begijnhof betekend. Hij had veel belangstelling voor de geschiedenis van het Begijnhof en voor geschiedenis van de Amsterdamse katholieken en hun (schuil)kerken. Klönne nam zijn functie zeer serieus en wist anderen te enthousiasmeren voor zijn denkbeelden. Dit blijkt onder andere uit het in ere herstellen van de Stille Omgang van Amsterdam, de oprichting van de Amstelkring en het laten opstellen van de in 1891 verschenen catalogus van de bibliotheek van het Begijnhof. In 1914 nam Klönne afscheid van het Begijnhof. Hij overleed op 7 augustus 1921.

Extent

ca. 2900 items

Abstract in Dutch

De bibliotheek van het Begijnhof Amsterdam bevat handschriften en drukken van de 15e tot de 20e eeuw. De collectie is door de eeuwen heen in hoofdzaak opgebouwd uit de bibliotheken van pastoors van het Begijnhof onder wie D. van der Mye, S. Coetenburgh, N.J.A. Steins Bisschop en B.H. Klönne. De collectie is van belang voor onderzoek naar onderwerpen als het Mirakel van Amsterdam, de geschiedenis van het Begijnhof en Amsterdamse kerkmuziek. Ook de geschiedenis van de Amsterdamse katholieken, het Jansenisme en de April-beweging zijn goed vertegenwoordigd. In de collectie bevinden zich diverse unieke en zeldzame stukken.

Abstract in English

The library of the Begijnhof (Beguinage) in Amsterdam contains manuscripts and books of the 15th to 20th centuries. The collection was formed mainly by the priests of the Begijnhof, such as D. van der Mye, S. Coetenburgh, N.J.A. Steins Bisschop and B.H. Klönne. The collection is important for research into various topics, such as the Miracle of Amsterdam, the history of the Beguinage and church music in Amsterdam. Other well represented topics are the history of Roman Catholics in Amsterdam, Jansenism and the violent protestant response to the restoration of the episcopal hierarchy in April of 1853. The collection contains a number of unique and rare documents.

Physical Location

Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam

Other Finding Aids

  1. Catalogus van de Universiteit van Amsterdam.
  2. Fichecatalogus van het bruikleen van de Stichting het Begijnhof op de Zaal Kerkelijke Collecties.
  3. A.J.A. Flament. Catalogus der Bibliotheek van het Rectoraat des Beggijnhofs te Amsterdam = Catalogus Librorum Patris Beggynagij in alma civitate Aemstelredamensi. Amsterdam, 1891.
  4. Catalogus van het bruikleen van de Stichting Het Begijnhof te Amsterdam 1981. Amsterdam, 1984. (Reprografieën van de cataloguskaartjes in de fichecatalogus.)

Custodial History

De huidige bibliotheek werd in 1690 gesticht door pastoor David van der Mye. De basis van deze bibliotheek werd gevormd door de in hoofdzaak theologische boeken van Jan Vechters, pastoor te Nes aan de Amstel. Na Vechters' dood in 1687 werden zestien van zijn boeken, veelal folianten (waaronder een Blaeu-atlas), door zijn zuster, de begijn Anna Vechters, aan het Begijnhof geschonken. Door deze schenking kon Van der Mye een begin maken met een theologische bibliotheek. Naast deze belangrijke schenking werden er in de beginperiode van de bibliotheek veel oude drukken in opdracht van het Begijnhof aangekocht. Het boekenbezit van de bibliotheek werd in 1700 uitgebreid door het legaat van Van der Mye.

Van der Myes opvolger, Simon Coetenburgh, werd verdacht van jansenistische neigingen. Boeken rond dit onderwerp kwamen in elk geval vaak in zijn tijd en in de jaren na zijn dood in de bibliotheek terecht.

Onder het bestuur van Steins Bisschop is een mooie verzameling aangekocht van boeken, brochures, prenten en krantenartikelen die betrekking hebben op de overeenkomst van 1841 tussen de Curie en het Nederlandse Gouvernement en op de Aprilbeweging in 1853.

Klönne legde in zijn aanschafbeleid vooral de nadruk op de Mirakel-collectie en de geschiedenis van het Begijnhof. Bovendien werd tijdens zijn pastoorschap een gedeelte van de collectie dat elders was geplaatst in de bibliotheek ondergebracht. Onder zijn leiding zijn ook alle toen aanwezige boeken en archiefstukken van nummers voorzien en in 1882 door A.J.A. Flament opnieuw gecollationeerd. De bijbehorende catalogus, in 1891 in druk verschenen, maakte controle van de aanwezige boeken makkelijker, waardoor het bewaren van de boeken aan kettingen niet meer nodig was. Tegelijkertijd werd met het verschijnen van de catalogus het openbaar nut gediend omdat de bibliotheek nu bekend kon worden onder het grotere publiek. Na Klönne is er geen speciaal aanschafbeleid met betrekking tot de collectie op na gehouden.

Een groot deel van de boeken die Flament beschreven heeft in het tweede deel van zijn catalogus (varia) werd tussen 1891 en 1981 is afgestoten. Het betrof in hoofdzaak materiaal van niet-theologische aard. Vooral op de gebieden van de natuurwetenschap, oude volken en aardrijkskunde is veel afgestoten. Het gaat bijvoorbeeld om vijftien atlassen (waaronder die van Blaeu, Cellarius en De Wit) en alle uitgaven van Erasmus.

Vanaf eind 19e eeuw werden alle werken uit de bibliotheek ontsloten middels een kaartsysteem. Er zitten kaartjes in die wellicht al door Flament of Klönne geschreven zijn. De kaartjes met daarop de opgeplakte catalogusteksten (genummerd tot circa 950) van Flament stammen in ieder geval van na 1891, het jaar waarin zijn catalogus verscheen. Vervolgens zijn er twee door elkaar lopende, vooralsnog onbekende handen te onderscheiden die tot het jaar 1940 cataloguskaartjes met een doorlopende nummering op basis van Flament hebben geschreven. Uit de periode circa 1940-1960 stammen handgeschreven kaartjes zonder enige nummering. Na 1960 zijn er nog maar incidenteel boeken aan de collectie toegevoegd. Alleen de werken die onderdeel zijn van het huidige bruikleen aan de Universiteitsbibliotheek zitten in het kaartsysteem.

Vanaf 1971 tot de overdracht aan de Universiteitsbibliotheek werd de bibliotheek beheerd door de Stichting het Begijnhof.

Immediate Source of Acquisition

De bibliotheek werd op 3 september 1981 in bruikleen gegeven aan de Universiteitsbibliotheek Amsterdam. De formele overdracht van de bibliotheek vond plaats op 19 oktober 1984.

Appraisal

Enkele boeken die zijn opgenomen in de bruikleencatalogus bleken bij de formele overdracht in 1984 niet aanwezig te zijn. Het gaat hierbij om de titels op 219 verso - 222 recto.

De bibliotheek van het Begijnhof Amsterdam is vooral van belang voor onderzoek naar onderwerpen als het Mirakel van Amsterdam, de geschiedenis van het Begijnhof en Amsterdamse kerkmuziek. De bibliotheek bevat diverse unieke en zeldzame stukken.

Accruals

De bibliotheek is compleet overgedragen. Aanvullingen zijn niet te verwachten.

Related Materials

De Universiteitsbibliotheek bezit een grote collectie op het gebied van het rooms-katholicisme in het algemeen en de Orde der Jezuïeten in het bijzonder.

Separated Materials

Het grootste deel van archief van het Begijnhof over de periode 1346-1950 wordt beheerd door het Stadsarchief Amsterdam (toegangsnummer 740). Enkele getijdenboeken die hebben toebehoord aan de bibliotheek van het Begijnhof of haar bewoners berusten in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Drie getijdenboeken zijn via de bibliotheek van het Bisdom Haarlem terechtgekomen in de collectie van Museum Catharijneconvent te Utrecht. In de pastorie van de Sint-Urbanuskerk in Nes aan de Amstel zou nog een collectie oude drukken aanwezig zijn, afkomstig van de in 1687 overleden pastoor Jan Vechters. In het Amsterdam Museum berust een missaal met een zilveren band (KB 1710), vervaardigd rond 1700, in bruikleen gegeven door de Stichting het Begijnhof.

Bibliography

  • J.A. van den Akker. Geschiedenis van het Beggijnhof te Amsterdam. Amsterdam, 1870.
  • Ger van Dijk. Van 'Der Beghinenlande' tot Begijnhof te Amsterdam. De geschiedenis van het Begijnhof van 1307 tot heden. Duivendrecht, 2004.
  • I.H. van Eeghen. Het archief van het Begijnhof te Amsterdam. In: Nederlandsch Archievenblad 56 (1951-1952), p. 70-72.
  • I.H. van Eeghen. Vrouwenkloosters en Begijnhof in Amsterdam. Van de 14e tot het eind der 16e eeuw. Amsterdam, 1941.
  • A.J.A. Flament. Catalogus der Bibliotheek van het Rectoraat des Beggijnhofs te Amsterdam = Catalogus Librorum Patris Beggynagij in alma civitate Aemstelredamensi. Amsterdam, 1891.
  • Guus van den Hout. Een schuilkerk werd museum 'van den Amstelkring. In: Ons Amsterdam 40 (1988), afl. 4, p. 86-90.
  • T.S. Huizinga. De Begijnhof-Collectie. In: Theologie in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Amsterdam, 1985, p. 77-80.
  • Martin Kalff. Het Begijnhof. In: In 't hartje der stad. Oud en nieuw Amsterdam. Amsterdam, 1880, p. 151-159.

General

De oude drukken kunnen worden aangevraagd via de Catalogus van de Universiteit van Amsterdam. De handschriften kunnen worden aangevraagd bij de balie van de Bijzondere Collecties. De afkorting 'Beg' dient aan de signatuur vooraf te gaan. Overige items uit de collectie kunnen online worden aangevraagd bij de collectiebeheerder.

Processing Information

Naar aanleiding van het bruikleen werd in 1984 een catalogus van de bibliotheek vervaardigd, gebaseerd op reprografieën van de meegeleverde cataloguskaartjes van de collectie. De nieuwe signaturen zijn linksboven op de kaartjes te vinden. De titels in de gedrukte catalogus zijn geordend op achternaam van de auteur respectievelijk op hoofdwoord in de titel.

Alle circa 2650 drukken uit de collectie zijn ontsloten via de catalogus van de Universiteit van Amsterdam.

Title
Inventaris van de bibliotheek van het Begijnhof Amsterdam (ca. 1480 - ca. 1980)
Author
M. Vogelaar
Date
2011
Description rules
International Standard for Archival Description - General
Language of description
Dutch; Flemish
Script of description
Latin
Language of description note
Nederlands

Repository Details

Part of the Allard Pierson Repository

Contact:
Oude Turfmarkt 127-129
Amsterdam 1012 GC Nederland