Skip to main content

Archief van Theo J. Stomps

 Fonds
Identifier: UBA307

Scope and Contents

Het archief is verdeeld in twee onderdelen: het ene bevat stukken betreffende het persoonlijk leven, het andere betreffende het openbaar leven. Bij het eerste onderdeel zijn alle stukken ondergebracht die geen relatie hebben met Stomps' activiteiten als lector en hoogleraar en in andere openbare functies; het bevat daarom vrijwel zonder uitzondering alle stukken van vóór zijn benoeming tot lector (later hoogleraar) in 1910. Het betreft stukken over zijn vorming thuis (inv. no. 1-11), zijn liefhebberij voor de natuur tijdens zijn jeugd en later (inv. no. 12-15), zijn opleiding op school en universiteit (inclusief promotie) (inv. no. 16-34) en stukken die betrekking hebben op zijn niet-universitaire activiteiten en relaties (inv. no. 35-44). Onder het openbaar leven zijn alle stukken gebracht die betrekking hebben op Stomps' activiteiten in zijn functies van lector (inv. no. 45-47), hoogleraar in de botanie (inv. no. 48-344), directeur van de Hortus Botanicus van Amsterdam (inv. no. 345-346) en lid van de jubileumcommissie van de hbs van Amsterdam (inv. no. 347). Bij de stukken betreffende het hoogleraarschap zijn acht onderdelen gecreëerd. Het eerste bevat stukken die betrekking hebben op het totaal van zijn hoogleraarschap, en bevat de door Stomps zelf bijeengebrachte collectie knipsels over zijn activiteiten (inv. no. 48) en de ingekomen brieven die gaan over onderwerpen die verder in de inventaris niet meer terug komen of geen relatie hebben met andere stukken die betrekking hebben op het zelfde onderwerp (inv. no. 49-72). Het tweede deel bevat stukken die de officiële kant van Stomps' loopbaan belichten, zoals benoemingen, jubilea en ontslag. Ook de stukken over zijn rectoraat zijn hierin te vinden. Vervolgens komen de rubrieken met stukken over Stomps' eigenlijke activiteiten als hoogleraar: het onderwijs, het onderzoek, de buitenlandse studiereizen en binnenlandse excursies en ten slotte de resultaten van zijn onderzoek en studiereizen in de vorm van publicaties en lezingen. Ten slotte volgen nog stukken over enkele specifieke activiteiten van Stomps in zijn functie als hoogleraar maar die niet met onderwijs en onderzoek te maken hadden.

Dates

  • 1882-1972
  • Majority of material found within 1885-1972

Creator

Language of Materials

Diverse talen, waaronder Nederlands, Duits, Frans en Engels

Conditions Governing Access

Het archief is toegankelijk voor onderzoek.

Conditions Governing Use

Bij raadpleging is het Reglement voor de gebruikers van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam van toepassing. Reproductie en reproductierechtvergoedingen conform de Tarieven en Diensten Universiteit van Amsterdam.

Het materiaal wordt alleen ter inzage gegeven.

Biographical / Historical

Theodoor Jan Stomps (Amsterdam, 26 april 1885 – Amsterdam, 15 april 1973) raakte op 10-jarige leeftijd in de ban van de natuur toen hij de raad van zijn onderwijzer opvolgde een verzameling planten aan te leggen. Zijn vader, ook onderwijzer, was goed bevriend met Jacques Jaspers en Jac. P. Thijsse die, samen met Eli Heimans, juist op dat moment begonnen om met boekjes en een tijdschrift interesse voor de natuur bij een groot (en vooral ook jong) publiek te bevorderen. Vrijwel al zijn vrije tijd besteedde Stomps aan excursies rond Amsterdam, vaak in het gezelschap van Jaspers en Thijsse, van vrienden of jongere broers, op zoek naar planten voor zijn herbarium. Ook bezocht hij de Achterhoek en Zuid-Limburg. In 1902 behaalde hij zijn hbs-diploma en het jaar daarop deed hij staatsexamen gymnasium. Naar eigen zeggen 'in de hoogste mate levensonwijs' en 'zwelgend in natuurstudie' schreef hij zich vervolgens bij de Universiteit van Amsterdam in voor de studie plant- en dierkunde.

Tijdens zijn studie kwam Stomps spoedig in de ban van de persoon en het werk van Hugo de Vries, hoogleraar plantkunde. Hij zou voor de rest van zijn leven een groot bewonderaar van De Vries blijven en diens werk tegen kritiek verdedigen. Niettemin ontwikkelde hij zich tijdens zijn studie meer tot cytoloog dan tot evolutionair bioloog en geneticus zoals De Vries was. Voor zijn proefschrift Kerndeeling en synapsis bij Spinacia oleracea L., 1910, bestudeerde Stomps de rangschikking van de chromosomen in de profase van de reductiedeling bij spinazie. De Vries was promotor. Die wist enkele maanden na de promotie te bewerkstelligen dat Stomps lector in de systematische plantkunde werd, en spoedig hierna buitengewoon hoogleraar cytologie. In 1913 nam Stomps De Vries' leerstoel in de plantensystematiek over. Na De Vries' emeritaat in 1918 werd hij gewoon hoogleraar in de anatomie en systematiek der planten. In 1937 werd Stomps' leeropdracht veranderd in morfologie en systematiek der planten en erfelijkheidsleer. Stomps werd in 1924 directeur van de Hortus Botanicus. Als lector en hoogleraar gaf Stomps algemene colleges genetica, systematiek en cytologie aan studenten plant- en dierkunde en aan eerstejaarsstudenten medicijnen en farmacie. Daarnaast gaf hij zogenaamde capita-selectacolleges, over specifieke onderwerpen uit de plantkunde, voor studenten plant- en dierkunde. Een gemakkelijk leraar was Stomps niet: zelf behept met een uitzonderlijk goed geheugen eiste hij van zijn studenten een enorme, soms onzinnige feitenkennis. Vooral aankomende medici en farmaceuten hadden het moeilijk met zijn tentamens. Stomps werd door veel studenten wat excentriek en wereldvreemd gevonden. Geruchten dat hij homoseksueel was droegen verder bij aan het kleurrijke beeld dat velen van hem hadden. Grote waardering was er echter voor de buitenlandse excursie, vaak naar de Alpen of de Pyreneeën, die hij in de jaren twintig en dertig jaarlijks organiseerde voor studenten plant- en dierkunde. Tussen 1917 en 1938 trad Stomps veertien keer op als promotor. De proefschriften bestreken een groot gebied.

Net als bij De Vries nam het genus Oenothera (teunisbloem) een belangrijke plaats in bij Stomps' onderzoek. In de jaren direct na zijn promotie kweekte hij Oenothera biennis waarvan hij een aantal afwijkende vormen verkreeg die ook bekend waren van Oenothera lamarckiana. Daarmee maakte hij aannemelijk dat laatstgenoemde soort een zuivere soort was en geen hybride, zoals sommige critici van De Vries hadden opgemerkt; O. biennis was namelijk beslist geen hybride. Verder ontdekte Stomps planten met 21 chromosomen (triploïden), ontstaan uit een geslachtscel waarvan het aantal chromosomen was verdubbeld en een geslachtscel met het normale (haploïde) aantal chromosomen. In het begin van de jaren twintig ontdekte hij tevens haploïde Oenothera's. In de jaren dertig lukte het hem om tetraploïde Oenothera's te verkrijgen door zaden te laten kiemen in een oplossing van colchicine, een stof die de kerndeling remt waardoor cellen met het dubbele aantal chromosomen kunnen ontstaan. Stomps moet ook gewerkt hebben met röntgenstralen om daarmee kunstmatig mutaties op te wekken. Na de ontdekking van de Amerikaan Muller in 1927 dat dit mogelijk was, heeft de Hortus een röntgen-apparaat aangeschaft. De Oenothera's dienden hem daarnaast als materiaal voor onderzoek naar cleistogamie (het verschijnsel dat de bloemknoppen gesloten blijven waardoor zelfbestuiving optreedt), bonte bladeren en bekervorming van bladeren en stengels. Ten slotte had hij met de kweekproeven nog een ander doel: 'Wij hadden nu eenmaal de reputatie van een Oenothera-centrum en ik achtte het een daad van piëteit tegenover professor De Vries alle door hem moeizaam verworven rassen te blijven voortkweken', schreef hij eens. Verder publiceerde Stomps over plantengeografie (onder andere naar aanleiding van zijn reizen door Amerika, Nederlands-Indië en Algerije) en de geschiedenis van de biologie.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam Stomps een ambivalente houding aan: hij was beslist geen aanhanger van de Duitse oorlogs- en onderdrukkingspolitiek maar accepteerde de situatie, probeerde zoveel mogelijk het normale leven doorgang te laten vinden en mensen te helpen die door de bezetting in moeilijkheden kwamen. Daarvoor was het in zijn ogen soms nodig de maatregelen van de bezetter op te volgen of met hem in overleg te treden. Het College van Herstel, dat tijdelijk het College van Curatoren van de Universiteit van Amsterdam verving, deed na de bevrijding onderzoek naar Stomps' optreden en ontdekte 'naast feiten die getuigen van een goede gezindheid ten opzichte van de Vaderlandsche zaak en van een groote goedhartigheid … ook gedragingen welke zonder twijfel als misstappen gequalificeerd moeten worden'. Het concludeerde dat het Stomps 'in opvallende mate ontbreekt aan zelfcritiek, zelfbeheersching en zelfrespect', wat onder andere bleek 'in het uiterlijk optreden van professor Stomps en in het feit dat hij, voor wat zijn karakter-eigenschappen betreft, door zijn omgeving en een groot deel van zijn studenten niet voor vol wordt aangezien'. De verklaring zou zijn dat Stomps een man was 'die in sommige opzichten onvolgroeid is gebleven'. Het College vond het een zeer ernstige zaak 'dat prof. Stomps vóór, tijdens en na de bezetting, karaktereigenschappen heeft geopenbaard, welke aan het vertrouwen en het respect welke een hoogleraar bij zijn staf en zijn studenten behoort te genieten ten eenemale in de weg staan. Het College aarzelt niet als zijn meening uit te spreken dat van meet af aan de benoeming van prof. Stomps tot hoogleraar een fout is geweest en het heeft zich ernstig afgevraagd of er aanleiding is om, binnen het kader van de zuivering, die fout thans te herstellen. Nu echter de hierboven aangeduide karakterdefecten zich ook tijdens de bezetting hebben geopenbaard in een vorm welke de vaderlandsche gevoelens van de studenten moest kwetsen en bij hen twijfel moest doen ontstaan aan de vaderlandsche gezindheid van prof. Stomps en het vertrouwen in hem ook op dit punt verloren deed gaan, meent het College, na rijp beraad, dat het gewenscht is aan prof. Stomps zijn functie te ontnemen'. Met ingang van 16 augustus 1946 werd hem 'ongevraagd eervol ontslag' verleend. Stomps was verbijsterd door het besluit. Hij was ervan overtuigd dat hij slachtoffer was van persoonlijke rancune, van 'een rel, tegen mij opgezet door enkele medische studenten, "die mij bij deze gelegenheid mijn nek wel zouden omdraaien, omdat ik te lastig was bij het propaedeutisch examen", gelijk dit bij herhaling door kennissen uit studentenmond is opgevangen, en van enkelen, mij vijandig gezinde collega's.' Hij verweerde zich hevig, maar zonder succes. Pas in 1955 werd hij gerehabiliteerd.

Ondanks zijn ontslag behield Stomps een werkkamer in het laboratorium van de Hortus. Hij deed nog wat onderzoek naar Oenothera, werkte aan zijn herbarium en vertoonde zich soms op college. Verder bleef hij bestuurslid van een aantal instellingen, hield hij nog lezingen, publiceerde hij nog wat populaire artikelen en bezocht hij wetenschappelijke congressen.

Extent

3.3 meter

Abstract in Dutch

Het archief van Theo J. Stomps, hoogleraar plantkunde aan de Universiteit van Amsterdam van 1910 tot 1945, bevat correspondentie, stukken over zijn opleiding, aantekeningen van wetenschappelijk onderzoek, materiaal betreffende publicaties en lezingen, eerbewijzen, herinneringen aan buitenlandse studiereizen, stukken over zijn colleges en (buitenlandse) excursies met studenten, alsmede over zijn directeurschap van de Hortus Botanicus. Het geeft inzicht in het werk van een Nederlands botanicus die honderden studenten geneeskunde, farmacie en plant- en dierkunde onderwees en onderzoek deed naar erfelijkheid.

Abstract in English

The archive of Theo J. Stomps, full professor at the University of Amsterdam, the Netherlands, from 1910 until 1945, contains documents about his education, correspondence, notes of his scientific research, documents concerning publications and lectures, tokens of honour, souvenirs from his travels abroad, documents relating to his lectures for university students, and documents that followed from his directorship of the Hortus Botanicus of the University of Amsterdam. The archive illustrates the work of a Dutch botanist who trained hundreds of students of medicine, pharmacy and biology, and researched the mechanisms of heredity.

Physical Location

Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam

Other Finding Aids

E.J.A. Zevenhuizen. De wereld van Hugo de Vries. De inventarissen van het archief van Hugo de Vries en van de andere archieven en collecties van de Bibliotheek Biologisch Centrum, Faculteit der Biologie, Universiteit van Amsterdam. Amsterdam, 1996, p. 113-177.

Immediate Source of Acquisition

Na het overlijden van Stomps werden zijn boeken door de erfgenamen verkocht aan Van Gendt Book Auctions te Amsterdam. Die nodigde de vakgroep Bijzondere Plantkunde van de Universiteit van Amsterdam, het Hugo de Vrieslaboratorium, uit om in het sterfhuis haar keus te maken voor de eigen bibliotheek. Tijdens de bezoeken van leden van de bibliotheekcommissie en de bibliothecaresse van de vakgroep is door de erfgenamen toen het grootste deel van het archief van Stomps geschonken. Een officiële vastlegging van de schenking is niet bekend.

B.W.Ph. Stomps te Heeze, zoon van Theo Stomps' jongste broer Benno en bij de dood van zijn oom executeur-testamentair, droeg in september 1992 en januari 1993 enkele afgedwaalde stukken (vooral van persoonlijke aard) over.

H.J. Stomps te Den Haag, een andere zoon van Theo Stomps' jongste broer Benno, droeg in de zomer van 1996 enkele stukken over, eveneens vooral van persoonlijke aard. In februari 1996 werd een doos met 705 door Stomps ontvangen brief- en ansichtkaarten door de Bibliotheek van het Biologisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam aangekocht van C. Frank te Lunteren; die had deze doos recentelijk op een postzegelveiling gekocht.

Appraisal

Sedert 1992 zijn er geen stukken uit het archief verwijderd.

Theo Stomps is vooral belangrijk geweest als docent, zowel van honderden studenten medicijnen, farmacie en plant- en dierkunde als van vele liefhebbers van de natuur en van amateurbiologen. De teksten van zijn universitaire colleges en van zijn populaire lezingen in het archief laten zien hoe en waarover hij doceerde. Als onderzoeker is Stomps van weinig belang geweest; bijzondere ontdekkingen of nieuwe inzichten kunnen niet aan hem worden toegeschreven. Stomps bleef bewust in de schaduw van Hugo de Vries staan. Het archief toont hoe hij in de voetsporen van zijn leermeester trad en hoe hij diens ideeën propageerde. Het archief geeft inzicht in het leven en werken van een Nederlands, aan een universiteit verbonden botanicus. Het archief is daardoor van waarde voor onderzoek naar de ontwikkeling van de wetenschapsbeoefening aan de Universiteit van Amsterdam en in Nederland.

Accruals

Er zijn geen afspraken gemaakt over aanvullingen.

Related Materials

Dit archief maakt deel uit van de archieven en collecties van de Artis Bibliotheek.

Separated Materials

Genealogische aantekeningen en correspondentie met verre familieleden werden door Stomps geschonken aan zijn achterneef Wim Stomps. Deze zijn thans in het bezit van Pieter Roskam te Oss.

Een doos met stukken over de aanleg van het Amsterdamse Bos in de jaren 1930, die Stomps als lid van de Commissie Bosplan had bewaard, werd in 1986 overgedragen aan het huidige Stadsarchief Amsterdam (toegangsnummer 972).

De ETH-Bibliothek te Zürich en de Vereniging Oud-Lunteren beheren briefkaarten afkomstig van Carl Schröter respectievelijk van Hugo de Vries.

Bibliography

  • Stomps, Theodoor Jan. In: Biografisch Woordenboek van Nederland III ('s Gravenhage 1989), p. 571-573.
  • Marga Coesèl. Zinkviooltjes en zoetwaterwieren. J. Heimans (1889-1978). Natuurstudie en natuurbescherming in Nederland. Hilversum, 1993.
  • J. Heimans. Prof. dr. Th.J. Stomps vijf en twintig jaar hoogleraar. In: De levende natuur 41 (1936-1937), p. 1-3.
  • J. Heimans. In memoriam prof. dr. Th.J. Stomps. In: De levende natuur 76 (1973), p. 121-122.
  • J. Heimans en W.D. Margadant. In memoriam prof. dr. Th.J. Stomps. In: Vakblad voor biologen 12 (1973), p. 223-224.
  • B. Polak. Theo J. Stomps. In: Acta Botanica Neerlandica 18 (1969), p. 12-13.
  • Th.J. Stomps. Persoonlijke herinneringen aan prof. Hugo de Vries. In: De Telegraaf 21-02-1923, ochtendblad, tweede blad, p. 5.
  • Th.J. Stomps. Vijftig jaar natuurstudie in en om Amsterdam. Amsterdam, 1951.
  • D.O. Wijnands, E.J.A. Zevenhuizen en J. Heniger. Een sieraad voor de stad. De Amsterdamse Hortus Botanicus 1638-1993. Amsterdam, 1994.
  • E.J.A. Zevenhuizen. De wereld van Hugo de Vries. De inventarissen van het archief van Hugo de Vries en van de andere archieven en collecties van de Bibliotheek Biologisch Centrum, Faculteit der Biologie, Universiteit van Amsterdam. Amsterdam, 1996.
  • E.J.A. Zevenhuizen. Vast in het spoor van Darwin. Biografie van Hugo de Vries. Amsterdam, 2008.

Processing Information

Na de schenking is het archief beheerd door de bibliotheek van de vakgroep Bijzondere Plantkunde van de Universiteit van Amsterdam, gevestigd in het Hugo de Vrieslaboratorium aan de Plantage Middenlaan 2. Deze bibliotheek verhuisde in 1986 naar het nieuwe Biologisch Centrum Anna's Hoeve van de Universiteit van Amsterdam, gelegen aan de Kruislaan 314. Zij ging daar met andere bibliotheken op in de 'Bibliotheek Biologisch Centrum' (later 'Centrale Facultaire Bibliotheek').

Bij de aanvang van de inventarisatie in 1992 werd het archief aangetroffen in twee grote dozen in een brandvrije ruimte van de Bibliotheek van het Biologisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam. Door medewerkers van de bibliotheek waren in de voorgaande jaren enkele stukken in enveloppen en kleinere dozen gedaan en voorzien van een opschrift over de inhoud. Ook Stomps zelf had stukken in enveloppen en omslagen verpakt. Van enige systematische ordening was echter geen sprake. Tijdens de inventarisatie werd het archief van het Th.J. Stomps-Hortus Fonds van het archief-Stomps afgescheiden. Verder zijn de brieven die Stomps heeft ontvangen in zijn functie als directeur van de Hortus Botanicus (voornamelijk over de bibliotheek en het herbarium) gevoegd bij het archief van de directeur van de Hortus, thans in het Stadsarchief Amsterdam. Tevens werden brieven die Stomps aan Hugo de Vries had verzonden alsmede enkele andere zaken die tot het archief van Hugo de Vries behoren bij dit archief gevoegd.

Later verworven stukken konden bij reeds bestaande inventarisnummers worden gevoegd. Voor de meeste stukken zijn nieuwe inventarisnummers (met letters A, B, C etc.) tussen de bestaande toegevoegd.

In januari 2009 is het archief Stomps overgebracht van de Centrale Facultaire Bibliotheek naar de Artisbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam.

In 2021 is de inventaris online gepubliceerd.

Title
Inventaris van het archief van Theo J. Stomps (1882-1972)
Author
E.J.A. Zevenhuizen
Date
2021
Description rules
International Standard for Archival Description - General
Language of description
Dutch; Flemish
Script of description
Latin
Language of description note
Nederlands
Edition statement
Eerste versie 2011, tweede herziene versie 2021

Repository Details

Part of the Allard Pierson Repository

Contact:
Oude Turfmarkt 127-129
Amsterdam 1012 GC Nederland