Skip to main content

Archief van Boris Raptschinsky

 Fonds
Identifier: UBA181

Scope and Contents

In het archief bevinden zich persoonlijke archiefstukken, foto's en correspondentie met familie, vrienden en uitgevers. Vermeldenswaard zijn de twintig brieven van de Russische schrijver A.M. Remizov, die tussen 1947 en 1954 zijn geschreven. Verder maken uittreksels, notities, enkele typoscripten van artikelen en dagboekaantekeningen (1908-1909) deel uit van het archief. Ook zijn er overdrukken en knipsels van artikelen en recensies van de hand van Raptschinsky alsmede knipsels van recensies over zijn eigen werk. Ten slotte bevat het archief een dossier over de Freeland League met brieven en stukken die Raptschinsky ontving als vertegenwoordiger van de Liga in Nederland.

Dates

  • 1893-1984

Creator

Language of Materials

Diverse talen, waaronder Nederlands, Russisch, Engels, Jiddisch en Duits

Conditions Governing Access

Voor raadpleging is een bezoekers- of lenerspas van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam vereist.

Conditions Governing Use

Bij raadpleging is het Reglement voor de gebruikers van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam van toepassing. Reproductie en reproductierechtvergoedingen conform de Tarieven en Diensten Universiteit van Amsterdam.

Het materiaal wordt alleen ter inzage gegeven.

Biographical / Historical

Boris Naoemovitsj Raptschinsky werd op 25 februari 1887 in het Oekraïense Krementsjoeg geboren. Met zijn ouders Nahum Raptschinsky en Tscherna Chaikinson en zes broers en zussen vormde Boris een vroom, joods plattelandsgezin. Naast het joodse talmoed-onderwijs volgde Raptschinsky ook onderwijs aan het gymnasium van Poltava. Op negentienjarige leeftijd sloot hij zich aan bij de zionistische partij 'Poale Zion' (letterlijk: Arbeiders van Zion). Ook Jitschak Ben-Zvi (de tweede president van de staat Israël) maakte deel uit van deze partij. Omdat de partij door de Russische overheid werd verboden, werd Raptschinsky op de redactie van het partijblad gearresteerd. Na een half jaar voorlopige hechtenis werd hij vrijgelaten. Vlak voor zijn berechting op 24 november 1907 vluchtte Raptschinsky via Krakau naar Wenen. Daar schreef hij zich in aan de universiteit.

In 1908 vertrok Raptschinsky naar Nederland en werd ingeschreven in het bevolkingsregister van Amsterdam. In 1909 verliet hij Nederland om een aantal jaren in Parijs te wonen en te studeren aan de Sorbonne. In 1912 keerde Raptschinsky terug naar Nederland en ging aan de slag als docent Russisch op verschillende middelbare scholen. Een jaar na zijn terugkeer trouwde hij met de Amsterdamse Masja Person die ook van joods-Russische afkomst was. Samen kregen ze op 7 juni 1916 een dochter die ze Ludmila noemden. In het archief zijn er aanwijzingen te vinden dat Raptschinsky ook een zoon in Rusland had, maar daarover is geen informatie bekend.

Naast het docentschap publiceerde Raptschinsky veel op het gebied van de Russische taal, geschiedenis en cultuur. Zo verscheen in 1921 een woordenboek Russisch-Nederlands, gevolgd door een Nederlands-Russisch woordenboek in 1924. In de jaren hierna verschenen er enkele geschiedkundige werken over Rusland, waaronder De geschiedenis van het Russische volk en Geschiedenis van de Russische revolutie. Daarnaast publiceerde Raptschinsky overvloedig in kranten en weekbladen, zoals de Zutphensche Courant, het Algemeen Handelsblad en de Groene Amsterdammer. Ook schreef hij regelmatig bijdragen in het joodse weekblad De Vrijdagavond. Van 1926 tot 1941 was Raptschinsky vast verbonden aan het Haagsch Maandblad.

Gebrek aan animo voor de Russische taal onder de leerlingen noopte Raptschinsky in 1924 ertoe het middelbaar onderwijs te verlaten. Op 17 december 1925 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift getiteld Peter de Groote in Holland in 1697-1698. In 1932 werd hij benoemd tot privaat-docent Oost-Europese beschaving aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Deze functie moest hij in 1940 tijdens de Duitse Bezetting opgeven. Tijdens de Bezetting wist Raptschinsky uit handen van de Duitse bezetter te blijven. Hij wist een ariërverklaring te verwerven, waardoor ook zijn gezin beschermd werd. Zijn dochter besloot echter te trouwen, waarna zij met haar man gedeporteerd werd om in Auschwitz omgebracht te worden.

Na de Tweede Wereldoorlog werkte Raptschinsky enige tijd voor de organisatie 'Freeland League for Jewish Territorial Colonization'. Deze organisatie streefde naar een eigen joodse staat binnen een bestaande staat, waarbij men vooral dacht aan Australië en Suriname.

Na de dood van zijn vrouw Masja trouwde Raptschinsky in 1970 met Jannetta Teengs, een voormalige vriendin van zijn overleden dochter Ludmila, met wie hij al enige jaren een relatie had. Raptschinsky overleed op 15 maart 1983 in een verpleeghuis in Amsterdam.

Extent

1.8 meter

Abstract in Dutch

De van oorsprong Russische Boris Raptschinsky (1887-1983) werkte vanaf zijn komst in Nederland in 1912 als docent Russisch op diverse middelbare scholen. Hiernaast publiceerde hij vele artikelen op het gebied van de Russische taal, geschiedenis en cultuur voor diverse kranten en weekbladen. Van zijn hand verschenen woordenboeken en geschiedkundige edities. Een aantal jaren na zijn promotie aan de Universiteit van Amsterdam in 1925 werkte Raptschinsky als privaat-docent Oost-Europese beschaving aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Deze baan moest hij vanwege zijn joodse afkomst in 1940 opgeven. Wel wist Raptschinsky met zijn vrouw tijdens de periode van de Tweede Wereldoorlog uit handen van de Duitse bezettingsmacht te blijven. Hun enige dochter overleefde de Tweede Wereldoorlog niet. Het grote verdriet om dit verlies beïnvloedde het leven en werk van Raptschinsky. Tot de oprichting van de staat Israël in 1948 werkte hij nog enige tijd voor de organisatie 'Freeland League for Jewish Territorial Colonization'. In Raptschinsky's archief bevindt zich, naast persoonlijke bescheiden als foto's en brieven van familie en vrienden, correspondentie met uitgevers en andere publicisten. Verder maken katernen met uittreksels, notities en dagboekaantekeningen, overdrukken van artikelen en een dossier van de 'Freeland League' deel uit van het archief.

Abstract in English

Originally from Russia, Boris Raptschinsky (1887-1983) worked as a teacher of Russian at various secondary schools after arriving in the Netherlands in 1912. In addition to his work, he published many articles in the field of Russian language, history and culture in various newspapers and weekly magazines. He also compiled dictionaries and historical editions. Some years after obtaining his doctorate from the University of Amsterdam in 1925, Raptschinsky worked as an unsalaried lecturer in Eastern European civilisation at Utrecht University. In 1940, he was forced to give up his job because of his Jewish birth. Although Raptschinsky and his wife were able to remain out of the hands of the German occupation forces during the Second World War, their only daughter did not survive the war. The great sorrow at this loss had a major impact on Raptschinsky's life and work. Until the founding of the state of Israel in 1948, Raptschinsky continued to work for the Freeland League for Jewish Territorial Colonisation for some time. In addition to such personal effects as photos and letters from family and friends, Raptschinsky's archive contains correspondence with publishers and other publicists. It also includes sections with excerpts, notes and journal entries, reprints of articles and a file on the Freeland League.

Physical Location

Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam

Other Finding Aids

Jana van Eeten-Koopmans. Boris Naoemovitsj Raptschinsky (1887-1983).

Immediate Source of Acquisition

Het archief is in 1983 door de executeurs-testamentair van Raptschinsky aan de Universiteitsbibliotheek geschonken, waar het ondergebracht werd in de Bibliotheca Rosenthaliana, die deel uitmaakt van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam.

Accruals

Aanvullingen zijn niet te verwachten.

Related Materials

Het archief van Boris Raptschinsky maakt deel uit van de Bibliotheca Rosenthaliana .

Het Nationaal Archief in Den Haag bezit het rapport inzake de naturalisatie van Raptschinsky.

Bibliography

  • Jana van Eeten-Koopmans. Boris Raptschinsky (1887-1983). In: Studia Rosenthaliana 30 (1996), 2, p. 282-303.
  • Frits Hoogewoud. Uit de Bibliotheca Rosenthaliana. In: Studia Rosenthaliana 29 (1995), p. 205-207.
  • Theo Schweiger. Ingezonden mededelingen/Notes received. In: Studia Rosenthaliana 20 (1986), 1, p. 131-136.

General

De collectie kan online worden aangevraagd bij de collectiebeheerder.

Processing Information

Het grootste deel van het archief is geïnventariseerd. Een inventarislijst is in het archief aanwezig. Dit deel is per omslag genummerd (1-892) en verpakt in 15 dozen. Het overige deel, verpakt in twee dozen, is nog niet geordend en beschreven.

Deze archiefbeschrijving is tot stand gekomen in het kader van het project Online inventarissen van Nederlands-Joodse archiefcollecties. Het project is uitgevoerd in samenwerking met het Menasseh ben Israel Instituut voor joodse studies. In het kader van dit project is het archief in 2010 passief geconserveerd.

Title
Inventaris van het archief van Boris Raptschinsky (1893-1984)
Author
R. Boertjens en C.T. Fruchaud, 2009
Date
2011
Description rules
Describing Archives: A Content Standard
Language of description
Dutch; Flemish
Script of description
Latin
Language of description note
Nederlands

Repository Details

Part of the Allard Pierson Repository

Contact:
Oude Turfmarkt 127-129
Amsterdam 1012 GC Nederland